Na ‘shut up and calculate’ fysica….

Zeven jaar geleden nam ik deel aan de Comenius’ Europese Leergang en bezocht toen zeven topuniversiteiten: Cambridge, Leuven, Bologna, Heidelberg, Praag, Groningen en Granada. Kennis en vele inspirerende momenten van reflectie en van het stellen van diepere vragen - zonder daarbij direct een antwoord te zoeken – wisselden elkaar af. De nadere verkenning van geesteswetenschappen, kunst en cultuur verrijkte me, want het was een heel andere dan de mij vertrouwde wereld.

Ik ben namelijk opgeleid als theoretisch fysicus en specialiseerde mij vroeger in abstracte theorieën die antwoorden probeerden te geven op vragen als wat zijn de bouwstenen van materie en wat zijn de fundamentele krachten. Hierbij was het toepassen van de kwantumtheorie dagelijkse kost. Filosofische vraagstukken waren toen niet echt aan mij besteed. Tijdens mijn studie heb ik wel kennis genomen van de debatten tussen Niels Bohr en Albert Einstein over de interpretatie van de kwantumtheorie maar er was nauwelijks aandacht voor de filosofische aspecten ervan. Ik werd opgeleid volgens het principe ‘Shut up and calculate’. Belangrijk was dat de kwantumtheorie voorspellingen deed die experimenteel met grote precisie werden bevestigd. Als voorbeeld werd altijd genoemd de overeenstemming tussen theorie en experiment van het magnetisch moment van een elektron: tot 10 cijfers achter de komma nauwkeurig. Toch hebben die debatten een interessant vervolg gehad.

Tijdens de Solvay conferentie in 1935 gebruikte Einstein een gedachtenexperiment1 om aannemelijk te maken dat de kwantumtheorie niet compleet kon zijn maar aangevuld moest worden met extra parameters. Zonder die extra parameters zou zijn gedachtenexperiment namelijk ‘spooky’ interacties impliceren die sneller gaan dan het licht en daarmee strijdig zijn met zijn relativiteitstheorie. Bohr was echter van mening dat kwantumtheorie wel degelijk Einsteins gedachtenexperiment kon verklaren. Het debat werd door geen van beiden overtuigend gewonnen omdat Bohr eerder epistemologische argumenten gebruikte dan fysische. Zolang dit debat geen consequenties had voor de toepassingen, waren de meeste fysici waaronder ik niet echt geïnteresseerd.

Sinds dat debat nam de kennisontwikkeling een enorme vaart. In de zestiger jaren bedacht de theoreticus John Stewart Bell een hele slimme manier om experimenteel te toetsen wie gelijk had: Bohr of Einstein. Dankzij grote technologische doorbraken in bijvoorbeeld kwantumoptica lukte het Alain Aspect dit experiment uit te voeren en de controverse definitief te beslechten. Hiervoor ontving hij in 2022 de Nobelprijs Natuurkunde. Het demonstreert mooi hoe fundamentele wetenschap en technologische ontwikkeling op elkaar voortbouwen en elkaar opjagen.

Wetenschap & technologie spiraal en klimaatverandering

Diezelfde wetenschap-technologie spiraal blijft van groot belang om in onze levensbehoeften te voorzien en tegelijkertijd antwoorden te vinden op maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering.

Hier speelt een complexiteit die mij enorm uitdaagt: een systemisch en multidisciplinair denken, waarin α, β én γ wetenschappen interacteren. Kennis en kunde uit dit drietal wetenschapsgebieden zijn fundamenteel bij het realiseren van noodzakelijke transities. En hiervoor zet ik me in.

Hoewel de broeikasgasemissie- en temperatuurtrends zeer slecht blijven, blijf ik hoopvol omdat schone technologie zich veel sneller ontwikkelt dan eerder gedacht. Zo zijn de kosten van zonnepanelen en batterijen de afgelopen decennia enorm gedaald. De kosten van groene productie van staal en cement zijn weliswaar hoger maar hebben een beperkt aandeel in de kostenopbouw van eindproducten. Dankzij de fenomenale technologische ontwikkeling kan de energietransitie dus misschien wel leiden tot lagere kosten.

Zonder solidariteit en wijsheid geen maatschappelijke draagkracht

Het probleem is echter dat de verdeling van de transitiekosten in de maatschappij heel verschillend uitpakt. Zonder een eerlijke verdeling van de kosten is er geen draagkracht en gaat de transitie niet lukken. Dit kan niet worden opgelost door louter technologie maar vraagt om politieke sturing.

Paul Verhaeghe stelt in zijn boek Wijsheid dat een pleidooi voor technologische oplossingen ernaast zit zolang we de grond van de zaak niet erkennen. Toepassing van kennis en technologie vraagt om wijsheid en waarden; iets waarin de exacte wetenschap niet voorziet. Maar wijsheid in de politiek lijkt vaak een schaars goed. Sociale media met fake news, korte termijn focus, ‘eigen land eerst’ denken belemmeren wijze keuzes voor onze fragiele planeet. We leren te weinig van wat zich momenteel voltrekt. De filosoof Alain de Botton heeft gezegd dat we eigenlijk niets leren totdat er echt een probleem is, totdat we pijn lijden, totdat dingen niet meer gaan zoals we hadden gehoopt. We lijden en daarom denken we. De vraag blijft hoeveel meer pijn in de vorm van natuurrampen moet worden geleden voordat het besef indaalt dat alleen solidariteit en wijsheid ons voor erger gaan behoeden. Het zijn naar mijn mening fundamentele waarden bij het hanteerbaar houden van de klimaatkwestie. Ik heb ze gemaakt tot uitgangspunten van mijn rol als dijkgraaf.

Dieter Helm beschrijft in zijn boek Legacy: How to build the sustainable economy5 paden naar een écht duurzame economie, gebaseerd op vervuiler betaalt en voorzorgsprincipes. Hij stelt ook dat groei niet op gespannen voet hoeft te staan met duurzaamheid: ideeën, kennis en technologie worden hooguit beperkt door fysische wetmatigheden. Dat geeft perspectief. Wat staat mij als dijkgraaf te doen? Het klimaatvraagstuk beheerst ook mijn agenda. Waterschappen ervaren immers heel direct de gevolgen van klimaatverandering, zoals watertekorten, wateroverlast, zeespiegelstijging en waterkwaliteit. Deze situatie dwingt tot handelen. Als dijkgraaf ben ik bestuursvoorzitter en ook boegbeeld van het waterschap. De invulling van deze rollen vraagt om wijs leiderschap. Hoeveel ruimte kan ik nemen zonder de steun van het algemeen bestuur op het spel te zetten? Hoe pak ik mijn rol om draagkracht in de samenleving te creëren voor ‘inconvenient truths’?

Gelukkig ervaar ik ruimte. Ik spreek me uit. Ik zeg dat klimaatadaptatie zonder ambitieuze mitigatie is als dweilen met de kraan open. Tevens zie ik dat klimaatverandering voor het grote publiek een saai onderwerp is, waarvoor de interesse snel afneemt, zodra maatregelen de vertrouwde manier van leven raken. Daarom moeten we als dijkgraven de link tussen frequente natuurrampen en de door mensen veroorzaakte klimaatverandering blijven benoemen. De uitdaging hierbij is niet te klinken als onheilsprofeet maar óók perspectief te bieden voor klimaatmitigatie – zonder de opgave te bagatelliseren. De snelle ontwikkeling van schone technologie biedt perspectief maar vraagt ook om een overheid die transitiefalen voorkomt. Betaalbaarheid voor iedereen is daarbij een essentieel element net als het principe dat de vervuiler betaalt. Dat is voor mij ook invulling van brede welvaart, gebaseerd op solidariteit.

Naar mijn mening heeft de samenleving behoefte aan een nieuw verhaal. Een verhaal dat de realiteit genadeloos onder ogen durft te zien en tegelijkertijd perspectief biedt. Leiderschap betekent voor mij dat dijkgraven zich duidelijker uitspreken – niet alleen over klimaatadaptatie maar ook over de noodzaak om de doelstellingen van emissiereductie niet af te zwakken. Als dijkgraaf wil ik bijdragen aan het debat over het Nieuwe Verhaal voor Nederland Waterland.

 

Deze tekst verscheen eerder als Lecture Spirituelle.

Verder praten over dit artikel? Neem contact op met Team Leiderschapsontwikkeling via  033 – 422 99 29 of mail naar info@comeniusleadership.nl.

 

Referenties

1. Voor de liefhebber: het gaat om het zogenaamde Einstein Podolsky en Rosen experiment.
2. Alain Aspect, Si Einstein avait su (2025, Odile Jacob)
3. Paul Verhaeghe, Wijsheid (2025, De Bezige Bij)
4. Alain de Botton, How Proust can change your life (2019, Picador)
5. Dieter Helm, Legacy: How to build a Sustainable Economy (2023, Cambridge University Press)

 

Biografie

Sinds 2018 is Piet Hein Daverveldt (1958) dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Delfland. Daarvoor (2012-2017) was hij algemeen directeur van Koninklijke NEN; daarvoor werkte Piet Hein voor Shell, in binnen- en buitenland. Daverveldt studeerde Theoretische Natuurkunde in Leiden en promoveerde daar in 1985.

Van Piet Heins vele bestuursfuncties illustreert het voorzitterschap van de stuurgroep VPdelta treffend zijn inzet voor duurzaamheid en transitie. VPdelta versnelt de
ontwikkeling van kennis en opschaling van innovatie voor klimaatadaptatie.

Piet Hein is alumnus van Comenius’ European leadership course (2018-2020) en fellow van de Netherlands Academy of Engineering.