Vaak gezocht
Goed en kwaad in deugdzaambestuur en toezicht
Henk den Uijl interesseerde zich al jong voor moeilijke vragen over goed en kwaad. Hij studeerde Bedrijfskunde en Filosofie in Groningen en promoveerde aan de VU op het thema praktische wijsheid in bestuur en toezicht. Hij werkt voor de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. In de podcast met Erik Boers en Jacobien van Dorp filosofeert hij over de vraag wat we bedoelen met goed en kwaad, deugdzaam bestuur en ethiek.
Luister de podcast hier:
Of in je favoriete podcastapp.
Een korte weergave van het gesprek leest u hieronder.
Als kind interesseerde Henk zich al voor theologische thema’s als goed en kwaad. ‘Ik ben opgegroeid in een schematische wereld in die zin dat het duidelijk was wat goed was en wat kwaad en wat je moest doen om te worden gered.’ Toen hij Bedrijfskunde ging studeren en Filosofie koos voor zijn vrije deel, ging er een wereld voor hem open. ‘Dat gebeurde tijdens een college Inleiding in de geschiedenis van de moderne wijsbegeerte van Karin de Boer in het Academiegebouw. Ze had het over Emmanuel Levinas en gaf een alledaags voorbeeld: als je op het station koffie koopt, doe je dat dan zonder de verkoper een blik waardig te gunnen of zie hem als mens? Die thematiek raakte iets in mij, omdat er een kern in zat van vragen over goed en kwaad in deze wereld en wat het betekent om mens te zijn.’
Het klopt wel, maar het deugt niet
Bij deugdzaam bestuur en toezicht is er vaak sprake van een spanningsveld als het gaat om de vraag wat klopt en wat deugt. Henk refereert naar het motto ‘het klopt wel, maar het deugt niet’ uit een boek van Trouw-columnist Stevo Akkerman. ‘Dat is net zo’n tobber als ik. Stelen is fout, maar kun je er ook goed in zijn? Plato zegt van niet: misschien weet die dief niet wat goed voor hem is, ook al wordt hij niet gesnapt. In onze tijd speelt die vraag ook. We zijn vooral bezig met de vraag of dingen kloppen volgens de regeltjes of de techniek. Maar wat is echt het goede? Hebben we de kennis om dat echt te kunnen weten?’
Voor een schematische verdeling in goed en kwaad verwijst Henk graag naar The Lord of the Rings. ‘Ik ben een groot fan, kan alle films letterlijk mee citeren. In die films en boeken heb je de wijze Gandalf en de goede Aragorn, maar ook het kwaad van Sauron. Het is volledig duidelijk wie goed is en wie kwaad en je weet van tevoren dat het goede gaat overwinnen. Zelf ben ik gaan nadenken over de ambiguïteit van het goede. Tegelijkertijd blijf ik houden van het idee dat het ondanks alles mogelijk is om het goede te doen.’
De filosofische komedie The Good Place speelt hiermee. Henk: ‘Vier personen komen na hun dood in the good place, een soort hemel waar alles fijn lijkt te zijn, maar dan blijkt dat the good place eigenlijk the bad place is, ontworpen door de duivel. Doordat het administratiesysteem dat bijhoudt wie waarheen hoort te gaan al vierhonderd jaar niet meer is aangepast, komt er niemand meer terecht in de echte good place. In deze moderne tijd is het namelijk bijna onmogelijk om het goede te doen. Zelfs iets alledaags als tomaten kopen op de markt betekent dat je bijdraagt aan milieuvervuiling en uitbuiting. Toch moeten we op de een of andere manier vasthouden aan het idee dat het goede doen wel mogelijk is, zoals in Lord of the Rings.’
Woorden zoeken voor deugdzaamheid
Als tomaten kopen al niet goed is, hoe lastig moet het dan zijn het goede te doen als je de verantwoordelijkheid hebt voor deugdzaam bestuur en toezicht met al die regelgeving en wicked problems van onze tijd? Is het überhaupt mogelijk om een keuze te maken voor iets dat deugt? Henk: ‘We hangen deugden graag op aan kwaliteiten die individuen hebben of ontwikkelen. Door je deugden te ontwikkelen, ben je ontvankelijker voor het goede daarbuiten. Dat kan gaan over relaties tussen mensen en over de relatie tussen mensen en de wereld. Zorg, bijvoorbeeld, begint met een soort ethische kwaliteit, waardoor ik de ander als mens zie en een relatie aanga, zodat ik kan ontdekken wat diegene nodig heeft. In die relatie kun je dus als het ware ontdekken wat het goede is.’
De nadruk op deugden kan echter ook leiden tot navelstaren, benadrukt hij: ‘Zoeken naar een manier om te verwoorden wat voor jou het goede is en of je wel het goed doet als bestuurder is op zich nuttig, maar kan je ook afleiden van waar het eigenlijk over gaat, namelijk dat waarvoor jouw organisatie er is. Een ander risico is dat de nadruk te veel komt te liggen op een procesachtige ethiek, waarbij het er vooral om gaat dat we een goede dialoog voeren en open gesprekken hebben. Als je heel veel accent legt op deugden en moraliteit, ben je al snel vooral bezig met jezelf. Dat klinkt goed, maar kan verkeerd uitpakken.’
Hij wijst op zijn ervaringen als toezichthouder in de zorg. ‘Onze dementiezorg komt erop neer dat we mensen opsluiten, afsnijden van de wereld en ze ontheemden. En dat vinden we heel normaal. We hebben de goede bedoelingen en zijn bezig met onze eigen deugden. En toch hebben we met z’n allen niet door dat we eigenlijk iets aan het doen zijn, wat misschien heel raar is in morele en relationele zin. We bieden optimale zorg, maar snijden deze mensen volledig af van het dagelijks leven. Dan zou je je als bestuurder de fundamentele vraag moeten stellen of dit eigenlijk wel het goede is om te doen. Duidelijk bezig zijn is geen garantie dat het resultaat van jouw handelen, doen en laten, goed is.’
Zelfgenoegzame waardenpraat
Bezig zijn met deugden kan ook leiden tot zelfrechtvaardiging en zelfs zelfgenoegzaamheid, is Henks ervaring. ‘Dan heb ik het over een enorme honger naar alles wat te maken heeft met ethiek en moraal in bestuur. Op zich is dat goed, maar er kan dus ook een vorm van zelfrechtvaardiging onder zitten. In bestuurskamers wordt best vaak verheven gesproken, met grote woorden over kernwaarden. Maar je kunt je afvragen wat die waarden eigenlijk precies inhouden en hoe de medewerkers er tegenover staan. Tijdens een bijeenkomst van een raad van toezicht vertelde een medewerker een heftig verhaal over wat er mis was gegaan in een bepaalde casus en hoe zij daarmee was omgegaan. Toen werd gezegd dat zij keurig had gehandeld conform de kernwaarden van de organisatie, werd ze boos. Haar verhaal werd in feite gekaapt door de bestuurders. De taal over die waarden zat haar in de weg, want het dekte iets toe. Je moet oppassen voor dit soort waardenpraat, want voordat je het weet gaat het om een soort moreel behang waarbij je met mooie woorden de rauwheid probeert te bedekken.’
Ik en de ander
benadrukt het belang om klein te kijken en jezelf niet te overschreeuwen als bestuurder. ‘Dat is de praktische wijsheid: snappen wat de concrete gevolgen zijn van de besluiten die je neemt en oog houden voor het kleine. Daarbij ga ik liever uit van ‘ik en de ander’ dan van ‘samen.’ Je kunt als bestuurder met al je goede bedoelingen, datgene doen waarvan jij denkt dat goed is voor anderen. Maar soms kun jij iets besluiten voor een ander, waar die zich helemaal niet in kan vinden. Wees dus terughoudend in het gebruik van het woord ‘samen’, voor je het weet eigen je de ander toe in het woord samen, terwijl in het ‘ik en ander’ kan die ander zichzelf blijven ontvouwen.’
Uit het testament van Frère Christian (omgekomen bij een aanval door fundamentalistische Islamieten op zijn klooster in Algerije): goed doen en medeschuldig zijn aan het kwaad
‘Mijn leven is niet meer waard dan dat van een ander, ook niet minder. In elk geval heeft het niet meer de onschuld van de kindertijd. Ik heb voldoende geleefd om te weten dat ik medeschuld heb aan het kwaad dat in de wereld, helaas, lijkt te zegenvieren, zelfs aan het kwaad dat mijn blindelings zou treffen.’
Dit artikel is een samenvatting van het gesprek dat Henk den Uijl had met Comenius’ Philospher in Residence Erik Boers en programmaontwikkelaar Jacobien van Dorp voor het ‘Denkatelier deugdzaam bestuur en toezicht’ – de podcastserie. Hierin onderzoeken ze: wat is deugdzaam bestuur en toezicht eigenlijk? Is hier een bepaalde houding voor nodig? Welke houding is dat? Of vraagt het nog iets anders?
Henk den Uijl is verbonden aan de leergang Deugdzaam bestuur en Toezicht.
Lees meer over alle Comenius leergangen.
Verder praten over dit artikel?
Neem contact op met Team Leiderschapsontwikkeling Clara Smits, Jelle Koppelman en Karen Meulenkamp via 033 – 422 99 29 of mail naar info@comeniusleadership.nl.
Contact