Mensgericht leiderschap en horizontale netwerkorganisaties

De uitdrukking ‘mensgericht leiderschap’ doet vermoeden dat leiderschap vaak niet mensgericht is, maar andere motieven beoogt. Macht bijvoorbeeld, in combinatie met persoonlijk aanzien. Je zou dan kunnen spreken over leidergericht leiderschap, mocht dat niet zo vreemd klinken.

Dergelijk leiderschap is eeuwenlang de enige versie geweest, binnen organisaties die eruitzagen als een piramide, met bovenaan de leider, de enige, echte, ware. Onder hem – het was altijd een hem – stonden zijn ondergeschikten te drummen, elk op hun level. Hoe lager je afdaalde, hoe breder het level en hoe geringer de macht werd. Elk lid van de piramide had een dubbel doel: het verdedigen van de eigen plaats in de rangorde en het liefst zo snel mogelijk opklimmen naar een niveau hoger. Helemaal bovenaan, bij de leidergerichte leider, beperkte dat doel zich noodzakelijkerwijs tot het verdedigen van de eigen positie.

Een dergelijk leidergericht leiderschap creëerde een benauwelijk sfeertje. De leider omringde zich met een kleine schare hondstrouwe medewerkers, die hij vaak meenam als hij naar een andere werkplek verkaste. Informatie tussen de verschillende niveaus en zelfs tussen mensen op hetzelfde niveau, werd niet gedeeld. Immers, kennis is macht. Samenwerking kon alleen als dat bijdroeg tot het versterken van de eigen positie, afgunst was de regel. Allianties waren altijd tijdelijk, vertrouwen een zeldzaam goed. Openlijk beleden loyaliteit aan de leider was vanzelfsprekend, vaak in tegenstelling tot wat er achter de schermen gebeurde. Of de organisatie met een dergelijk leidergericht leiderschap haar eigen doel diende, was bijzaak.
Dit soort leiderschap heeft een lange traditie binnen de tot voor kort patriarchaal georganiseerde maatschappij, van kerk en leger tot politieke partij en multinational: Command and control, met een CO aan het hoofd, een commanding officer. Een uitvergrote en dus sprekende illustratie vinden we in de maffia, die bovendien toont hoe loyaliteit aan de leider neerkomt op medeplichtigheid en spreekverbod, de omerta.

And now for something completely different. Piramides zijn graftombes, die straks ook op het vlak van leiderschap symbool zullen staan voor het verleden. Een eigentijdse organisatiestructuur bestaat uit horizontale netwerken met mensgerichte leiders. Net zoals een leidergericht leiderschap een piramide nodig had, kan mensgericht leidinggeven enkel binnen een horizontaal georganiseerde omgeving. Een piramide heeft maar één top en dus maar één leider. In een horizontale organisatie zijn er meerdere leidinggevenden die het gezag kunnen dragen, afhankelijk van het moment en van de op dat ogenblik benodigde kennis. Zij staan op de vloer, tussen de anderen, en hebben in tegenstelling tot leidergerichte leiders een goed zicht op de realiteit van de dag. Zij kennen de verschillende competenties van de verschillende medewerkers en weten wanneer wie het voortouw moet krijgen. Ze zorgen ervoor dat informatie zoveel mogelijk gedeeld wordt en transparancy niet beperkt blijft tot een leeg buzz woord.

Mensgericht betekent dat deze nieuwe generatie leiders verbindend en bemiddelend optreden binnen een organisatie in functie van een gemeenschappelijk doel. Een sleutelwoord bij horizontaal leiderschap is vertrouwen, op basis waarvan medewerkers reële autonomie krijgen over het domein waarin zij competent zijn. Geen verantwoordelijkheid zonder macht, vandaar ook dat evaluaties wederzijds gebeuren, met dezelfde mogelijke consequenties. Overigens is de sociale controle die typisch is voor een horizontale organisatie, veel dwingender dan de vroegere ‘angst voor die van hierboven’.

Resultaten van horizontaal gestructureerde werkplekken met mensgerichte leiders zijn overduidelijk positief. Hoe komt het dat veel organisaties blijven aarzelen, met als resultaat hybride combinaties tussen piramides en netwerken die meestal de nadelen van beide systemen uitvergroten? Een deel van de verklaring ligt in gewoontegedrag. Maar de belangrijkste verklaring ligt bij leidergerichte leiders die niet bereid zijn hun eigen positie op te geven.

Paul Verhaeghe is doctor in de klinische psychologie en hoogleraar aan de Universiteit van Gent. Eind 2018 kwam zijn boek Intimiteit uit, daarvoor bracht hij veelgeprezen boeken uit zoals Identiteit (2012) en Autoriteit (2015). Professor Verhaeghe is bij Comenius spreker in de leergang Wijsheid in Leiderschap evenals the European Leadership Course.